Het effect van bewegen

het effect van beweging op de gezondheid

Het effect van bewegen op onze gezondheid.  Wat kunnen wij winnen door fysiek actief te blijven?

Welke ziektes komen meer voor bij een sedentair leven?

Dit verhaal is gebaseerd op wetenschappelijke gegevens. Algemeen aanvaard wordt dat regelmatig bewegen zorgt voor een langer leven in een fit lichaam. Een niet te versmaden bonus is de sterk gestegen bewegingsvrijheid die de periode van afhankelijkheid op het einde van ons leven zeer sterk beperkt.

Hoe meer iemand beweegt, hoe gezonder.

Een sedentair leven verhoogt de kans op

  1. hart- en vaatziektes: Uithoudingstraining verbetert het vetgehalte in het bloed (plasma lipiden en lipoproteïne), vermindert vaatwandverkalking, verlaagt de bloeddruk en verbetert de doorbloeding van de kransslagaders.

 

Ook ritmestoornissen van het hart komen minder voor bij fysiek actieve mensen. Niet alleen wordt de doorbloeding van de kransslagaders verbeterd, maar ook de klontervorming neemt af. Hoe meer fysieke inspanning, hoe beter het hart en de bloedvaten. Veel bewegen beschermt  tegen hoge bloeddruk en mogelijk zelfs tegen beroertes.

2. kanker: men denkt dat bewegen locale prostaglandine synthese verandert en zo de mobiliteit en proliferatie van darmcellen beïnvloedt. Prostaglandine is een soort locaal werkend hormoon. Dikke darm kanker -endeldarmkanker uitgezonderd- komt minder voor bij mensen die veel bewegen.

Data over borst, baarmoederslijmvlies, eierstok, prostaat en teelbalkanker geven onvoldoende uitsluitsel over het al dan niet  positief effect van training. Op jonge leeftijd trainen zou de kans op borstkanker kunnen beperken.

3. Type 2 diabetes: Uithoudingstraining verbrandt suiker en verbetert de werking van insuline. Er is een zeer sterk verband tussen weing bewegen en suikerziekte.

 

 

4. artrose: kraakbeen heeft geen bloedvaten: zuurstof en voedingsstoffen geraken door druk afgewisseld met onspanning tot diep in het kraakbeen, een beetje zoals een spons proper wordt in water door herhaaldelijk erop te knijpen.

Ook spieren worden beter door gebruik en kunnen zo de gewrichten efficiënter aansturen. Wij kunnen stellen dat bewegen noodzakelijk is om onze gewrichten zo lang mogelijk soepel en sterk te houden.

5. Osteoporose:

Bot is een dynamisch weefsel en heeft trek- en drukkrachten nodig om zichzelf in stand te houden: denk aan de astronauten -toch wel streng geselecteerde mensen- die na een verblijf in de ruimte  last hebben van botontkalking. Vooral training op jonge leeftijd maakt de botten sterk, maar ook op latere leeftijd helpt training - touwtje springen bijvoorbeeld- om ontkalking te voorkomen.

6. Vetzucht:

Meer calorie inname dan verbruik ervan is de reden van vetzucht. Ons energie verbruik is de som van:

                                                                                  a. het verbruik in rust

                                                                                  b. het thermisch effect van alle aspecten van de voedsel vertering

                                                                                  c. de energie nodig om te bewegen en te denken.

De energie om te bewegen kunnen wij op een gezonde manier opdrijven door...te bewegen. Langdurig, aeroob bewegen  bevordert vooral de verbranding van ongezond buikvet.

doen!

7. Cognitief dysfunctioneren:

Matig intensief bewegen, zoals flink doorstappen gedurende minimum een half uur, stimuleert het suikerverbruik in de hersenen. Vooral de frontale cortex en de hypocampus worden  positief beïnvloed. In deze hersenstructuren zetelen belangrijke functies van ons geheugen.  Het gevolg hiervan  is dat door fysieke training zowel het vermogen om strategieën te ontwikkelen als het geheugen positief  beïnvloed worden. Bewegen vermindert bovendien de kans op Alzheimer.

8. Stemmingsstoornissen:

Fysiek oefenen verandert het niveau van noradrenaline, dopamine en serotonine. Ook endophine wordt positief beïnvloed (runners high). Bewegen verbetert zo de stemming en vermindert de kans op depressie en angststoornissen.