4 humores

De leer  van de 4 lichaamsvochten of humores stamde uit de tijd van Hippocrates en was niet alleen in Galenus tijd populair, maar telde tot  in de achttiende eeuw talloze aanhangers. Deze obsolete leer geloofde dat het lichaam beïnvloed wordt door de verhouding van de vier lichaamssappen; hierna volgt een korte  beschrijving van een leer die meer dan tweeduizend jaar in zwang was:

  1. bloed:  bloed werd in die optiek vooral in de lente door de lever geproduceerd; de aard van bloed was vochtig en warm, het element waarmee het verbonden was was lucht en de prille kindertijd. Mensen met een teveel aan bloed zouden sociaal en charismatisch zijn, zouden veel dagdromen en een rode kleur vertonen. Men noemde dit soort van mensen het sanguinische type. Bij ziekte was de oplossing aderlaten. Spijtig genoeg werd  dit vele eeuwen veel te vaak als behandeling uitgevoerd.
  2. gele  gal: gele gal wordt door de milt geproduceerd, is warm en droog. Het element is vuur en is  verbonden met de jeugd en de zomer. Mensen met een teveel aan gele gal zijn rusteloos, opgejaagd en lijden aan slapeloosheid. Het Franse woord Colère herinnert nog aan dit lichaamsvocht.
  3. zwarte gal: zwarte gal wordt vooral in het najaar door de galblaas geproduceerd; de aard is droog en koud, het element is aarde en het is verbonden met de volwassen leeftijd. Het woord melancholisch of zwart gallig vindt in oorsprong in dit begrip.
  4. phlegma: Phlegma of slijm wordt door de longen en het brein geproduceerd; de aard van slijm is koud en vochtig, het element is water en het is verbonden met  hoge ouderdom. Dit type van mensen was rustig, maar ook sloom. Zij mochten geen koude voeding of drank gebruiken om de zaak niet te verergeren, maar niet getreurd: wanneer de nood aan de man (of vrouw) was, kon men nog altijd purgeren.